Oorlogsmonument Denekamp en Dinkelland
R.K. Begraafplaats Denekamp
Havekes, Johannes Gerardus – verzet † 04-04-1945 Denekamp – 26 jaar
Hij kwam om door rondvliegend gesteente na een bom op Natura Docet.
Rakers, Gerhardus – dwangarbeider † 01-06-1944 Bentheim, Duitsland – 25 jaar
Hij raakte door ‘Kopfschüsse’ verwond en is daaraan overleden. Vijf maanden na zijn overlijden werd zijn tweede zoontje geboren.
Hofste, Bernardus Albertus † 19-03-1945 Nordhorn, Duitsland – 34 jaar
Hij is op weg naar zijn werk onder een Duitse tank gekomen en dezelfde dag in Nordhorn overleden. Vader van drie kinderen. Graf geruimd.
In het Veld, Leonardus Gerhardus (Leo) † 10-04-1945 Oldenzaal – 14 jaar
Hij raakte zwaargewond door een door onachtzaamheid afgevuurde en verdwaalde kogel en overleed in het ziekenhuis.
Hulsbeek, Johannes Hendrikus Antonius † 02-05-1945 Noord Deurningen – 11 jaar
Hij is bij het oversteken onder een Engelse legertruck gekomen en kort daarna overleden. Graf geruimd.
Gelink, Erica Anna Maria † 21-06-1945 Noord Deurningen – 3 jaar
Erica is verongelukt onder een legervoertuig. Graf geruimd.
Protestantse Begraafplaats Denekamp
Naast de bemanning van het in Noord Deurningen verongelukte vliegtuig zijn hier begraven:
Oonk op den Dijk, Hendrik Jan † 02-04-1945 te Noord Deurningen – 47 jaar
Hij raakte zwaargewond bij een beschieting op hun huis aan Nordhornsestraat en overleed ’s nachts in het klooster. Vader van elf kinderen.
Post, Folkert † 01-04-1945 te Noord Deurningen – 23 jaar
Folkert werd op slag gedood bij een beschieting op hun huis aan de Nordhornsestraat.
Oude Holtkamp, Johannes Antonius † 17-04-1945 Denekamp – 7 jaar
Jantje is na de bevrijding onder een Engelse legerauto verongelukt.
Elders begraven
Johannink, Lambertus – militair † 10-05-1940 te Rijswijk – 27 jaar
Gesneuveld bij gevechten rond vliegveld Ypenburg. Begraven ereveld Grebbeberg.
Sneujink, Willem – militair † 10-05-1940 te Wassenaar – 21 jaar
Gesneuveld bij gevechten rond vliegveld Valkenburg bij Wassenaar. Begraven Militaire erehof in Den Haag.
Keizer, Gradus Johannes Antonius – militair † 13-05-1940 te Rhenen – 25 jaar
Gesneuveld op de Grebbeberg. Begraven ereveld Grebbeberg.
Torn Broers, Johannes – dwangarbeider † 21-12-1943 te Lahde-Minden, Duitsland – 19 jaar
Overleden in het Arbeitserziehungslager te Lahde. Begraven Evangelischer Friedhof te Lahde.
Koopman, Hermanus Antonius † 12-10-1944 te Osnabrück, Duitsland – 35 jaar
Herman woonde in Oud-Ootmarsum en behoorde kerkelijk tot de parochie Ootmarsum. Hij smokkelde twee kilo suiker bij Mander over de Duitse grens en werd daarbij aangehouden. Hij werd voor berechting overgebracht naar de gevangenis in Osnabrück, waar hij omkwam bij een bombardement. Vader van twee kinderen. Begraven op de Heger Friedhof te Osnabrück.
Leeuwenkuijl, Johannes Marinus † 12-10-1944 te Osnabrück, Duitsland – 21 jaar
Hij werd gearresteerd voor het doorsmokkelen van brieven en werd voor berechting overgebracht naar de gevangenis in Osnabrück, waar hij omkwam bij een bombardement. Begraven op de Heger Friedhof te Osnabrück.
Kuiper, Kornelis Jan – verzet † 10-04-1945 te Oranienburg, Duitsland – 36 jaar
Hij woonde met zijn vrouw sinds november 1942 op het ‘Heidehofje’ te Klein Agelo. Hij was arts en kwam na een verblijf in meerdere kampen in een het concentratiekamp Sachsenhausen. Hij is in het bijkamp Klinkerwerk omgekomen na een geallieerd bombardement.
Keizer, Rudolf – militair † 31-12-1946 te Palembang, Indië – 38 jaar
Hij raakte bij de verdediging van het Caritas-ziekenhuis te Palembang tegen extremisten zwaar gewond en stierf enkele dagen later. Vader van drie kinderen. Nederlands ereveld Pandu te Bandung.
Militairen uit Beuningen behorende bij de Parochie Denekamp.
Grunder, Hendrik Antonius Johannes – militair † 12-05-1940 te Rhenen – 25 jaar
Gesneuveld op de Grebbeberg. Begraven ereveld Grebbeberg.
Hassink, Hendrikus Bernardus – militair † 12-05-1940 te Rhenen – 25 jaar
Gesneuveld op de Grebbeberg. Begraven ereveld Grebbeberg.
Veldscholten, Johannes Gerhardus – militair † 13-05-1940 te Rhenen – 23 jaar
Gesneuveld op de Grebbeberg. Begraven ereveld Grebbeberg.
Rijksduitsers
Ze woonden al jaren in Denekamp waar ze ook volledig ingeburgerd waren. Door hun vader hadden ook de kinderen de Duitse nationaliteit gekregen. Het aannemen van de Nederlandse nationaliteit is er in verband met de daaraan verbonden hoge kosten nooit van gekomen. Nadat de Duitsers ons land waren binnengevallen kregen de oproep zich te melden voor de Duitse Wehrmacht. Dienstweigeren of onderduiken kon de doodstraf betekenen en zo werden ze gedwongen in het Duitse leger dienst te nemen.
Dierks, Berend Jan – militair † 23-06-1943 te Sauda, Noorwegen – 24 jaar
Jan werd meteen naar het front gestuurd en raakte gewond. Nadat hij was hersteld werd hij in Noorwegen ingezet bij het bezettingsleger en deed daar dienst bij de mijnenopruimingsdienst. Daarbij is hij omgekomen. Begraven te Bergen-Solheim, Noorwegen.
Huy, Johannes Albertus – militair † in de winter 1948-1949 te Karaganda, Rusland.
In 1942 en 1943 kwam hij nog tijdens de Kerst op verlof. Er werd toen overwogen om onder te duiken, maar de vrees voor de onmenselijke represailles tegen zijn vader hebben hem van dit voornemen weerhouden. In 1944 zou hij weer op verlof komen, hij was toen aan het front in Rusland. Maar hij werd in Minsk gevangen genomen en geldt sindsdien als vermist.
Joods leven in Denekamp
Lefman Hartog Elkus, Isaak Salomon Suskind en Julius ten Brink waren de eerste joden, die op 15 september 1941 werden weggevoerd naar het doorgangskamp Westerbork. Enkele weken later kwam het bericht dat ze alle drie ’ten gevolge van ziekte’ waren overleden in het concentratiekamp Mauthausen. In de zomer en nazomer van 1942, ondergingen nog twintig Joodse inwoners een vergelijkbaar lot. De nacht van 17 op 18 november 1942 was een duistere nacht voor Denekamp. In de loop van dinsdag 17 november werden de 30 overgebleven Joden opgehaald. Het verzamelpunt was het gebouw Irene aan de Grotestraat, waar zij bewaakt werden en ’s morgens om half vijf werden weggevoerd.
Links: Op deze plek aan de Vledderstraat stond eens de synagoge. De gevelstern uit de vroegere synagoge is hierin verwerkt. Het stelt een moeder met kind voor, die worden gedeporteerd. Daarnaast: In de nacht van 17 op 18 november 1942 zijn van hier de laatste 30 mensen van de 56 leden tellende Joodse gemeenschap de dodenreis begonnen naar Auschwitz Birkenau.
Stolpersteine
In Denekamp zijn 56 Stolpersteine gelegd, 54 voor hen die zijn omgekomen en 2 voor de broers Elkus die de oorlog hebben overleefd.
- Daniël Samuel ten Brink † 28-02-1943 te Auschwitz – 49 jaar
- Aaltje ten Brink-Heckscher † 14-05-1943 te Sobibor – 47 jaar
- Henriette Dientje ten Brink † 14-05-1943 te Sobibor – 14 jaar
- Louis Levie ten Brink † 28-02-1943 te Auschwitz – 44 jaar
- Rosetta Julie Süskind † 28-01-1944 te Auschwitz – 13 jaar
- Jacob ten Brink † 27-11-1942 te Auschwitz – 57 jaar
- Carolina ten Brink-Weijel † 27-11-1942 te Auschwitz – 44 jaar
- Minna Aaltje ten Brink † 27-11-1942 te Auschwitz – 17 jaar
- Aaltje Minna ten Brink † 27-11-1942 te Auschwitz – 16 jaar
- Samuël ten Brink † 31-03-1944 in Midden-Europa – 16 jaar
- Minna ten Brink-van der Walde † 12-02-1943 te Auschwitz – 84 jaar
- Mozes ‘Motje’ Salomons † 07-10-1942 te Mauthausen – 54 jaar
- Rebekka Salomons-Meijers † 29-10-1942 te Auschwitz – 49 jaar
- Bertha Hendrina Salomons † 29-10-1942 te Auschwitz – 21 jaar
- Hendri Salomons † 28-02-1943 te Auschwitz – 19 jaar
- Eva Spier-Salomons † 27-11-1942 te Auschwitz – 75 jaar
- Mauritz ‘Mauw’ ten Brink † 28-02-1943 te Auschwitz – 49 jaar
- Else ten Brink-Frank † 07-12-1942 te Auschwitz – 31 jaar
- Harry ten Brink † 07-12-1942 te Auschwitz – 7 jaar
- Johanna (Joke) ten Brink † 07-12-1942 te Auschwitz – 5 jaar
- Isaäk ten Brink † 14-01-1943 te Auschwitz – 84 jaar
- Dagoberd ten Brink † 27-11-1942 te Auschwitz – 54 jaar
- Hermina ten Brink-de Vries † 27-11-1942 te Auschwitz – 47 jaar
- Lisette ten Brink-Kleffmann † 07-03-1945 te Theresienstadt – 88 jaar
- Roza ten Brink † 27-11-1942 te Auschwitz – 52 jaar
- Sigmond ten Brink † 28-02-1943 te Auschwitz – 41 jaar
Leopold Salomons † 30-09-1942 te Auschwitz – 51 jaar
- Izaäk Salomon Suskind † 18-10-1941 te Mauthausen – 48 jaar
- Bertha Salomons-Suskind † 27-11-1942 te Auschwitz – 45 jaar
- Johanna Aaltje (Jootje) Suskind † 27-11-1942 te Auschwitz – 10 jaar
- Herman Menno Suskind † 27-11-1942 te Auschwitz – 6 jaar
- Alex Salomons † 31-03-1943 te Auschwitz – 48 jaar
- Frida Salomons-Vohs † 05-11-1942 te Auschwitz – 31 jaar
- Carel Salomons † 05-11-1942 te Auschwitz – 4 jaar
- Senetta Salomons-ten Brink † 14-09-1942 te Denekamp – 89 jaar
- Abraham (’t Heerke) Suskind † 14-01-1943 te Auschwitz – 80 jaar
- Flora Suskind-de Vries † 14-01-1943 te Auschwitz – 69 jaar
- Eliëzer Salomon (Edo) Suskind † 30-09-1942 te Auschwitz – 44 jaar
- Julius ten Brink † 10-10-1941 te Mauthausen – 43 jaar
- Hendruette Karoline ten Brink-Salomons † 27-11-1942 te Auschwitz – 31 jaar
- Johanna (Hannie) ten Brink † 27-11-1942 te Auschwitz – 6 jaar
- Lida Carla ten Brink † 27-11-1942 te Auschwitz – 2 jaar
- Adolf (Dolf) ten Brink † 19-10-1942 te Auschwitz – 54 jaar
- Johanna ten Brink-Frank † 19-10-1942 te Auschwitz – 44 jaar
- Hendeliena ten Brink † 19-10-1942 te Auschwitz – 15 jaar
- Samuel Victor (Sammie) ten Brink † 19-10-1942 te Auschwitz – 14 jaar
- Lina ten Brink † 19-10-1942 te Auschwitz – 11 jaar
- Hartog Suskind † 27-11-1942 te Auschwitz – 72 jaar
- Saartjen Suskind † 27-11-1942 te Auschwitz – 70 jaar
- Hartog Elkus † 11-12-1942 te Auschwitz – 65 jaar
- Hermine Elkus-Röttgen † 11-12-1942 te Auschwitz – 56 jaar
- Lefman Hartog (Lutze) Elkus † 24-10-1941 te Mauthausen – 31 jaar
- Helene Sara (Leni) Elkus † 07-12-1942 te Auschwitz – 30 jaar
- Emma Frieda Elkus † 25-01-1943 te Auschwitz – 20 jaar
- Benno Benjamin Elkus – heeft de oorlog overleefd
- Jacob Elkus – heeft de oorlog overleefd
Benno en Jacob Elkus ondergedoken in Beuningen.
Benno en Jacob vluchtten in november 1942 uit werkkamp de Zomp in Ruurlo. Na een moeilijke zwerftocht zijn ze ondergedoken bij de familie Holskorte in Beuningen, waar ze – tot aan de bevrijding op 2 april 1945 – twee jaar in een lege gierkelder onder de graanschuur verbleven. Daar huisden ze op een planken vloer met stro. Benno en Jacob vertrokken na de oorlog naar Israël.
R.K. kerk in Denekamp
In maart 1945 werden, net als in andere kerken, de klokken gevorderd voor de oorlogsindustrie. Alleen de grote Salvatorklok mocht als beschermde klok blijven hangen. De Maria- en Sint Nicolaasklok werden meegenomen, maar genoten nog wel enige bescherming. Eind 1945 bleek, dat de verloren gewaande Denekampse klokken behouden waren, en keerden ze in december 1945 per vrachtauto terug naar het dorp. Het beieren moest nog even op zich laten wachten, want de klepels ontbraken. Door twee plaatselijke smeden werd eendrachtig samengewerkt aan het vervaardigen van twee nieuwe klepels. Uiteindelijk klonk, na 5 jaar zwijgen, op 22 december 1945 weer de feestelijke vierkwartsmaat over het dorp.
Jongensschool in Denekamp – Ootmarsumsestraat 21
Begin 1941 werd de Katholieke Jongensschool aan de Ootmarsumsestraat in beslag genomen, dit was namelijk de enige school met verwarming. De jongens werden verdeeld over meerdere scholen waaronder de Bewaarschool en gebouw Concordia.
In juni 1943 werd de Openbare school van meester Dingeldein opgeheven. De Joodse leerlingen, toen een groot gedeelte van het leerlingenaantal, waren allemaal weggevoerd. Er bleven slechts zeven leerlingen over. In 1944 werden er steeds meer scholen in beslag genomen. Het werd steeds moeilijker nog goed onderwijs te geven.
In het najaar van 1944 werden in de Jongensschool meer dan honderd Italiaanse krijgsgevangenen ondergebracht, die daar een opleiding kregen tot chauffeur in het Duitse leger. Na de bevrijding diende de Jongensschool nog korte tijd als opvang voor gevangen genomen Duitse soldaten.
Gebouw Concordia – Lange Voor 4
Vanaf 1941 kwamen hier enkele lokalen voor de Bewaarschool en de Jongensschool
In juni 1943 werden in dit gebouw ook alle door de Duitsers gevorderde radio’s tijdelijk opgeslagen. Vanaf september 1944 werden de lokalen in Concordia in beslag genomen door de Duitsers en werd het onderwijs aan de Bewaarschool gestaakt.
Na de oorlog werd het tijdelijk gebruikt als opvang voor terugkerende dwangarbeiders en voormalige gevangenen. Na enkele weken werd de opvang naar Oldenzaal verplaatst.
Hotels en huizen ingenomen
In 1943 werden geëvacueerden, die moesten verhuizen voor de bouw van de Atlantikwall, ook ondergebracht in de diverse hotels. In hotel Gelink zaten bijvoorbeeld mensen uit een rusthuis in Den Helder, bij Dinkeloord mensen uit een deftig rusthuis in Den Haag en bij de burgers de ‘gewone’ mensen. Hiervoor werd wel een vergoeding betaald, daarvoor moesten ze ook worden behandeld als pensiongasten. De gewone gasten konden ook nog steeds in de hotels terecht.
In november 1943 kregen de bewoners van 82 woningen in diverse straten bericht dat ze hun huis binnen één week moesten verlaten. Ook grote gezinnen werden niet gespaard. Ze mochten zelf voor onderdak elders zorgen. Meubels, kachels, serviesgoed, enz. moesten ze achterlaten, evenals wiegen, kinderwagens en babyuitzet. Men moest zich maar zien te redden. In hun huizen kwamen door bombardementen dakloos geworden Duitse gezinnen. Deze vertrokken in september1944 weer naar Duitsland.
Pas na de bevrijding konden de bewoners weer in hun huizen om te zien wat er was overgebleven van hun inboedel en wat voor schade er was aangericht. De hotels werden vanaf september 1944 geheel door de Duitsers in bezit genomen. Enkele weken verbleven er soldaten en daarna namen hoge officieren met hun dames en gevluchte N.S.B.’ers met hun gezinnen er hun intrek. De meeste hotels zijn nu verdwenen.
Natura Docet en de Oldenzaalsestraat
Begin september 1944 moesten de bewoners van de Oldenzaalsestraat hun huizen met achterlating van inboedel verlaten, evenals de bewoners van de Slotsdijk. De huizen van Horsthuis, Hermelink en Mulders werden vervolgens uitvoerig opgeknapt. Schilders en metselaars werden ontboden om de muren te behangen en de badkamers te betegelen. Ook de tuinen werden keurig in orde gebracht voor de hoge heren. In het huis van meester Mulders werd alles gereed gemaakt voor de intrek van General der Flieger Friedrich Christiansen, hoofd van het militaire gezag.
Natura Docet moest volledig worden leeg geruimd, de collectie werd op zo’n dertig verschillende adressen ondergebracht. Ook de evacués uit de hotels Gelink en Dinkeloord moesten elders worden ondergebracht. Op de Oldenzaalsestraat was vanaf het dorp tot aan Borgbos geen verkeer meer mogelijk, aan beide kanten waren slagbomen geplaatst. Dagenlang werd met man en macht het hele museum van onder tot boven volgepakt met kisten. Engelse whisky en vrachtwagens vol met balen ongebrande koffie. Ook het burgemeestershuis en de hotels Gelink en Dinkeloord werden volledig volgepakt. Blijkbaar werden hun voorraden elders uit het land hier ondergebracht, zodat ze het indien nodig zo snel mogelijk over de grens konden brengen.
Na twee weken (het begin van operatie Market Garden) moesten de boeren helpen om alle voorraad uit het museum naar de haven van Nordhorn te brengen. Men zag hierbij ook kisten vermerkt met ‘Rijksmuseum Amsterdam’. Op straat reden prachtige luxe auto’s met officieren en vrouwen richting Nordhorn. Ook de vrouwen en kinderen van Denekampse N.S.B.’ers vertrokken naar Duitsland.
Op 4 april 1945 werd er door een Duitse Jager een bom afgeworpen die dwars door het museum Natura Docet vloog, niet ontplofte en in de tuin van de burgemeesterswoning op de grond viel. Op dat moment fietste net onderwijzer Johan Havekes over de Slotsdijk. Hij werd door rondvliegende stenen geraakt en stierf. De bevrijding van Denekamp waaraan hij actief had meegewerkt, heeft hij slechts twee dagen mogen beleven.
Ontsnapping uit het gemeentehuis
Na zich twee jaar te hebben schuil gehouden werden Piet Goorhuis, leider van de ondergrondse, en Johan Aveskamp op 12 februari 1945 opgepakt bij Morsink in de Mekkelholt, evenals de zoon van Morsink. De S.D. had de zoektocht al willen staken, maar een beruchte Denekamper landwacht gaf nog niet op en vond ze op de zolder in hun schuilplaats onder het hooi. Ze werden opgesloten in de kelder van het gemeentehuis. Op 14 februari wisten ze ’s middags te ontsnappen. Via mensen uit het gemeentehuis leende het verzet een sleutel, die werd nagemaakt. De gevangenen vluchtten via de schuilkelder en verdwenen op reeds gereedstaande fietsen. Eerst naar Borgbos en vervolgens doken ze onder bij Brummelhuis in Lemselo.
Het verzet in Denekamp
De verzetsgroep werd gevormd door Piet Goorhuis, Johan Veldhuis, Johan Aveskamp, Frans Weustink en tientallen anderen. Piet was de commandant. Hun verzameladres was Voskamp in de Mekkelholt, ze hadden daar meerdere adressen waar ze terecht konden. Ze zorgden voor bonkaarten en persoonsbewijzen voor de onderduikers. Tevens waren ze belast met het vinden van onderduikadressen en zorgden ze voor de verspreiding van illegale berichten. Het doorseinen van activiteiten op vliegveld Klausheide en elders was behoorlijk gevaarlijk, evenals de wapendroppings in 1944 aan het kanaal in Tilligte bij boerderij Mollink. De afgeworpen wapens werden daarna in Beuningen ondergebracht. Eind maart 1945 werden er allerlei voorbereidingen getroffen voor de naderende bevrijding, de verschillende groepscommandanten kregen opdracht hun manschappen te organiseren. De wapens werden tevoorschijn gehaald en geïnspecteerd, en de overall en banden met N.B.S. werden opgehaald.
Meteen na het verschijnen van de eerste Tommy’s kwam ook de ondergrondse in het dorp, Piet Goorhuis was al in het gemeentehuis. De Duitse krijgsgevangenen werden in de Jongensschool aan de Ootmarsumsestraat ondergebracht. Alle openbare gebouwen werden bezet en fabrieken en winkels met levensmiddelen bewaakt. Er werd een begin gemaakt met het arresteren van N.S.B.’ers en collaborateurs. Deze werden opgesloten in de doosjesfabriek aan de Burg. Hoogklimmerstraat. Ook ‘het surrogaat’ Eekhof is uiteindelijk opgepakt.
Joodse begraafplaatsen aan de Knik
In de Knik zijn twee Joodse begraafplaatsen, achteraan (naast Bekker) graven van 1800 tot 1899 en vooraan graven van 1900 tot 1942.
Verzet bij Bekker aan de Knik
Tussen de twee begraafplaatsen ligt de boerderij van Bekker, een broeinest van verzet. Er liep een vluchtroute over Denekamps grondgebied naar Engeland, waarbij de familie Bekker in de Knik het contactadres was. Vanaf augustus 1940 tot aan het eind van de oorlog zijn er ruim 200 mensen ondergedoken geweest. Veel Belgische en Franse vluchtelingen, bemanningen van geallieerde vliegtuigen en gevluchte Nederlandse dwangarbeiders. Er werd ook hulp geboden door dokter Zadelhoff, vervanger van dokter Dierick, die naar Duitsland was gestuurd. Hij was zeer betrouwbaar. Verschillende keren kwam hij vluchtelingen helpen die gewond waren. Via dokter Zadelhoff kregen de Duitsers te horen dat er T.B.C. heerste. Veearts ter Heegde zorgde dat er bordjes kwamen met de tekst ‘Mond- en klauwzeer’. Voor zulke ziekten waren de Duitsers doodsbenauwd, dus die bleven wel uit de buurt.
Ook de kapelaans Bolscher en de Greef van de St. Nicolaasparochie speelden een rol bij de opvang. Dit omdat de vluchtelingen vaak het eerst bij de pastorie aanklopten. Daar werden ze dan in priesterkleren gestoken en door Bekker opgehaald. Bij Bekker was er een hele goede waakhond. Aan het geluid dat hij maakte, kon je horen wie er aan kwam. Bij de Franse krijgsgevangenen was het een hoog, langgerekt geluid. Maar als er Duitsers kwamen ging hij te keer dat het niet mooi meer was.
Zware bom bij de IJskuip
In de nacht van 15 op 16 september 1943 werden Denekamp en Noord Deurningen opgeschrikt door een gigantische explosie. ’s Morgens bleek dat er tussen de brug over de Nordhornsestraat en boerderij Kuiper ter hoogte van het huidige Omleidingskanaal een zeer zware bom (12.000 ponder) in het kanaal was gevallen. Er was een krater met een middellijn van zo’n 25 meter geslagen en het kanaal was ter plekke zo’n twee en een halve meter dieper. Ook de zuidelijke kanaaldijk was zwaar beschadigd. Bomscherven tot zo’n halve meter grootte lagen her en der verspreid. Bij de Kuiper waren alle pannen van het dak, ramen eruit gesprongen en muren ontzet. Bovendien lag het hele erf vol met vis. Ruim 100 woningen in de omgeving raakten licht tot zwaar beschadigd. De kanaaldijk was na de explosie provisorisch met wit zand gedicht. Tijdens hoog water in 1946 was op deze plek een zware overstroming.
Brug opgeblazen
Op 2 april 1945 werd door de Duitsers de brug over het kanaal opgeblazen. Hierbij werden ook meerdere huizen beschadigd. Omdat er door de enorme ravage schijnbaar niet zo snel een baileybrug gebouwd kon worden, ging men er toe over een baileybrug over het kanaal in de Lattropperstraat te leggen. De bestaande ophaalbrug zal te licht zijn geweest voor het zware materiaal.
Het klooster in Noord Deurningen
In het voorjaar 1943 kreeg het klooster van de Franciscanessen inkwartiering van 20 Haagse oude dames, in verband met de bouw van de Atlantikwall en in de zomer 70 zusters van O.L. Vrouw uit Amersfoort die hun Moederhuis moesten ontruimen. Later kwamen er nog eens 40 evacués in hun landbouwhuishoudschool die op dat moment leeg stond.
Op 16 september 1944 legde de Duitse bezetter beslag op het klooster en alle bijgebouwen. Binnen 24 uur moest het gehele klooster worden ontruimd. Boeren uit de buurt schoten te hulp. Met 80 paard- en wagens brachten ze ruim 300 mensen naar de verschillende bestemmingen. De zusters uit Amersfoort naar een school in Lattrop, de twintig oude dames uit Den Haag naar particulieren. Wat zusters en 100 kinderen van St. Antonio naar het parochiehuis in Vasse. Hiervan werden later 30 kinderen in gezinnen in Vasse ondergebracht, aangezien de ruimte erg beperkt was. Zusters en noviciaat gingen naar de meisjesschool in Denekamp. Oudere zusters van het rusthuis St. Jozef naar eigen kloosters in Tubbergen, Weerselo en Almelo. Zusters in de Wilhelminaschool en de 10 kleinste kinderen in de bewaarschool.
Nadat de laatste zusters waren vertrokken werd het streng bewaakt militair gebied. Een staf van hoge Duitse officieren bivakkeerde in het Rectorshuis. Een deel van het klooster werd Kriegslazaret. Ook de hoogste vertegenwoordiger van de S.S. Hanns Albin Rauter heeft hier na de aanslag gelegen.
Op 23 maart 1945 vertrokken de Duitsers. Na de bevrijding namen de Canadezen de gebouwen van het klooster in beslag. Zo’n 600 soldaten werden er ondergebracht. In het hospitaal zijn 42 zwaargewonde meest Duitse militairen overleden. Ze werden op het kloosterkerkhof begraven en zijn in 1956 en 1957 overgebracht naar de Duitse Oorlogsbegraafplaats Ysselsteyn in Limburg.
Begin september werd het klooster aan de zusters teruggegeven. Na een grondige schoonmaak werden de zusters enkele dagen later feestelijk binnen gehaald. Twee weken daarna kwamen ook de zusters en kinderen uit Vasse weer thuis.
Drie missiezusters van de Franciscanessen kwamen om in een Jappenkamp
Zr. Symphorosa Aarninkhof † 20-01-1945 te Muntok-Bangka, Indië – 33 jaar
Ze trad evenals haar zus Susanna (Zr. Ludana) in 1935 toe tot de orde der Franciscanessen. Ze vertrokken in juli 1939 als missiezuster in de medische zorg naar de missiepost te Pringsewu op Zuid-Sumatra. Ze kwam via meerdere Japanse interneringskampen naar Muntok op het eiland Bangka, waar ze aan alle ontberingen overleed. Begraven Nederlands Ereveld Leuwigajah te Cimahi bij Bandung.
Zr. Adelia Gras † 29-04-1945 te Loeboek Linggau, Indië – 43 jaar
Ze ging via interneringskampen in Tandjungkarang en Palembang naar Muntok op het eiland Bangka (waar Zr. Symphorosa overleed) en vervolgens weer vanuit Palembang naar het kamp Belalau in de buurt van Loeboek Linggau op Java. Daar is ze door alle ontberingen kort voor de bevrijding overleden. Begraven te Belalau op Zuid-Sumatra.
Zr. Arnolde Wouters † 10-07-1945 te Loeboek Linggau, Indië – 46 jaar.
Ze ging via interneringskampen in Tandjungkarang en Palembang naar Muntok op het eiland Bangka en vervolgens weer vanuit Palembang naar het kamp Belalau in de buurt van Loeboek Linggau op Java. Daar is ze door alle ontberingen, evenals Zr. Adelia Gras, kort voor de bevrijding overleden. Begraven te Belalau op Zuid-Sumatra.
De overige zusters van de Franciscanessen werden op 15 augustus 1945 bevrijd, namelijk Zr. Edelgardis Hannink, Zr. Veronie ter Bekke, Zr. Engelmunda van Orten, Zr. Adeline Hermelink, Zr. Ludana Aarninkhof en Zr. Winiberta Kuipers. Ze waren op dat moment in een miserabele lichamelijke conditie.
Vijftien van de voormalige internaatskinderen kwamen om tijdens de oorlog
- Achterkamp, Johannes Steven – militair Indië † 07-09-1947 te Tjisalak, Segald Nerang – 22 jaar
- Annink, Herman – dwangarbeider † 06-04-1944 te Ohrbeck, Duitsland – 30 jaar
- Arler, Gerrit – dwangarbeider † 23-04-1945 te Mauthausen, Oostenrijk – 31 jaar
- Baaren van, Franciscus Johannes – dwangarbeider † 20-01-1945 te Mannheim, Duitsland – 28 jaar
- Bos, Evert – verzet † 22-11-1944 te Almelo – 28 jaar
- Brienen van, Johannes Theodorus – militair Indië † 20-02-1949 te Kediri, Indië – 23 jaar
- Bronswijk, Johannes Theodorus – militair Indië † 21-09-1944 ten westen van Luzon – 26 jaar
- Courbois, Jacobus Hendrikus – militair Indië † 10-06-1945 te Batavia – 65 jaar
- Dijkhuis, Johannes (Hans) – dwangarbeider † 26-02-1944 te Utrecht – 27 jaar
- Dijkhuis, Joseph (Joop) – verzet † 01-04-1945 te Hengevelde – 24 jaar
- Gorel, Jacobus Willem – militair Korea † 23-10-1952 te Chorwon-Sector – 25 jaar.
- Gosling, Johannes Hermannus – dwangarbeider † Bergen-Belsen, Duitsland
- Haan de, Jacobus Johannes – dwangarbeider † 31-01-1945 te Sonnenburg, Duitsland – 44 jaar
- Mentzij, Johannes – militair Indië † 23-06-1945 te Pakan Baroe – 46 jaar
- Wielick, Johannes Josephus – dwangarbeider † 08-05-1943 Berlijn, Duitsland – 39 jaar.
Vliegermonument in het Bonkenbroek
- 102e squadron Royal Air Force
- Whitley V T4326 DY-K – T4326
- Neergestort op 13 maart 1941 te Noord Deurningen – Bonkenbroek.
- Doel: Berlijn
- Vertrokken om 19.40 uur vanaf RAF Topcliffe Base, Yorkshire, Engeland.
- Neergeschoten om 00.05 uur door een Duits luchtafweergeschut.
Begraven op 15 maart op de Protestantse Begraafplaats te Denekamp.
- Squadron Leader Watts Read, Archibald Martin, piloot, RAF, 16258 – 34 jaar
- Flight Lieutenant Long, Frank Hugh, piloot, RAF, 36190 – 24 jaar
- Sergeant Goodall, Ernest Hugh, marconist/boordschutter, RAF, 935854 – 31 jaar
- Sergeant Hallas, Vincent, marconist/boordschutter, RAF, 553968 – 18 jaar
Er was nog een vijfde bemanningslid:
- Sergeant van Klaveren, William Edward, navigator, RAF, 903056 – 19 jaar
Hij overleefde als enige de crash in Noord Deurningen, werd krijgsgevangen genomen en gedeporteerd naar het krijgsgevangenenkamp te Greifswald. Hier overleed hij op 4 mei 1941 in het plaatselijke ziekenhuis aan difterie.
Bommen in Noord Deurningen
Op 2 augustus 1940 vielen er in de Westerhoek tenminste 28 brand- en brisantbommen. De schade was enorm. Zo ging de boerderij Het Maatman bewoond door Johannink (Hemmelhoes) in vlammen op en werd een twaalftal koeien gedood. Verscheidene andere boerderijen werden zwaar beschadigd.
Ook op 23 maart 1945 vielen er drie bommen in Noord Deurningen. Eén op de bewaarschool aan de Nordhornsestraat, waarbij het gehele gebouw werd vernield. Het gebouw was bezet door de Duitsers, zeven soldaten werden hierbij gedood. De twee andere bommen sloegen kraters in de weilanden achter de school. Verder hadden ze daar geen directe schade aangericht.
Noodlanding aan de Kerksteeg
Na een geslaagde beschieting op Duitse militaire colonnes bij Frans op de Bult in Deurningen werden twee vliegtuigen door de Flak getroffen. De één kwam heelhuids op de thuisbasis. De andere Typhoon maakte een noodlanding bij de Kerksteeg, net voor de kruising met de Lattropperstraat. De piloot C. W. House liep slechts lichte verwondingen op. Het wrak van zijn toestel heeft lange tijd als speelobject voor de plaatselijke jeugd gediend.
Crash aan de Rammelbeekweg
Op 6 maart 1944 stortte, op de terugweg na een bombardement op Berlijn, een Amerikaanse Thunderbolt neer bij Pikkemaat aan de Rammelbeekweg te Lattrop. Piloot Milton Erickson wist op tijd de machine te verlaten en landde ongedeerd. Hij werd door de Duitsers gevangen genomen.
Crash aan het Zwarte Laantje in Lattrop
Op 10 februari 1944 boorde zich aan de Brookhaasweg, zo’n 100 meter vanaf de Lattropperstraat, ter hoogte van het zogenoemde ‘zwarte laantje’ een Duitse Focke Wulf loodrecht in de bodem. Hij was door zijn kameraden voor het laatst gezien in ‘Raum Venlo-Rheine’. Lange tijd stond piloot Leo Demetz als vermist te boek. Pas in het najaar van 1976 werd het vliegtuig toevallig teruggevonden door een bergingsteam en wel in Lattrop. Naast het vrijwel complete wrak vond men tevens het stoffelijk overschot van de vermiste piloot.
De Geurner in Breklenkamp – Jonkershoesweg 5
Hendrik Pikkemaat ‘De Geurner’ was degene die zorgde dat onderduikers, voortvluchtige vliegers en krijgsgevangenen ergens onderdak kregen of verder werden getransporteerd. Bij zijn huis was een stromijt, die van binnen helemaal was ingericht als woonvertrek. Van buiten was er niets bijzonders aan te zien. Daar zaten de onderduikers in. Hendrik kreeg voor zijn hulp aan Franse krijgsgevangenen een hoge onderscheiding.
De verboden grensstreek
Na de oorlog bleven de contacten met de Duitsers over de grens nog even uit. Er was een soort niemandsland langs de grens, een strook van 500 meter, waar niemand mocht komen die er niet hoorde. Aan Duitse kant was deze strook nog breder. De boeren die daar woonden moesten allemaal weg en maar zien dat ze ergens onderdak kregen. Het werd er een verwaarloosde en verwilderde boel. Later mochten ze wel overdag het land bewerken.
Lattrop oorlogsmonument
Tekst: “Eerbiedige hulde van de Parochie Lattrop voor haar 3 helden, die voor de vrijheid van het vaderland vielen.”
Blokhuis, Gerardus Albertus – militair † 13-05-1940 te Rotterdam – 28 jaar
Gesneuveld bij de verdediging van het Zuidfront Vesting Holland door een granaatinslag. Begraven te Rotterdam, begraafplaats Crooswijk.
Wigger, Johannes Gerhardus – militair † 13-05-1940 te Rhenen – 20 jaar
Gesneuveld op de Grebbeberg. Begraven ereveld Grebbeberg.
Ruel, Bernard Gerhard Joseph – militair † 18–3-1949 te Kediri, Indië – 20 jaar
Omgekomen bij een gevecht tegen onafhankelijkheidsstrijders. Begraven Nederlands ereveld Kembang Kuning te Surabaya.
School in Lattrop
Eind februari 1941 werd de school door de Duitsers in beslag genomen. Zo’n 65 militairen, die het zoeklicht tussen de kerk en de oude school moesten bedienen en onderhouden, werden hierin ondergebracht. De kinderen moesten toen onder meer naar de school in Breklenkamp, waar ze een paar halve dagen per week les kregen. De boeren uit Lattrop moesten geregeld op pad om kolen uit Ibbenbüren te halen voor de schoolkachels.
Tilligte oorlogsmonument
Tekst: “Deze onze zonen brachten het offer van hun leven voor onze toekomst”.
Brunninkhuis, Gerhardus Johannes – militair † 10-05-1940 te Doesburg – 27 jaar
Gesneuveld in Doesburg. Begraven te Doesburg.
Pierik, Johannes Antonius – militair † 14-05-1940 te Leersum – 28 jaar
Gesneuveld bij Leersum. Begraven ereveld Grebbeberg.
Baalhuis, Gradus Fredericus – dwangarbeider † 23-01-1945 te Neuengamme, Duitsland – 22 jaar
Opgepakt tijdens een razzia, overleden in Neuengamme.
Veldman, Jacobus Bernardus F. – militair † 10-07-1946 te Semarang, Indië – 39 jaar
Omgekomen tijdens een verkenningsvlucht boven de linies der onafhankelijkheidsstrijders toen hun toestel door antitankgeschut werd beschoten. Vader van zeven kinderen, de jongste nog geen half jaar oud. Begraven Nederlands ereveld Candi te Semarang.
Boerderij Scholtenhave afgebrand
Op 10 februari 1944 raakte de boerderij tijdens luchtgevechten door het inslaan van projectielen in brand. De brandweer kon niet verhinderen dat de kapitale boerderij grotendeels afbrandde. De schade bedroeg 30.000,-.
Droppingmonument Tilligte
Tekst: “Dapper, strijdvaardig in moeilijke tijden
waren velen voor de vrijheid van het vaderland.
Ter herinnering aan de wapendroppingen
in september 1944 rond erve Hosthoes.”
Bij Mollink aan het kanaal werden in de ‘Koekoeksmoat’ van eind augustus tot begin oktober 1944 meerdere wapendroppings uitgevoerd. Jan Mollink, buurtbewoners en leden van het verzet hadden de taak wapens en munitie veilig te stellen en te verstoppen. Daarna werden ze, verpakt onder een dikke laag mest, met paard en wagen vervoerd naar diverse plaatsen in Twente, waar er verzetsdaden mee werden uitgevoerd. Ook werden er spullen bij Brooks Trui opgeslagen. Er werden grote risico’s genomen in de strijd tegen de bezetter, waarbij arrestatie niet uitbleef. Jan Mollink werd na de oorlog onderscheiden voor zijn moedig optreden.
Het Singraven
in Mei 1943 werd het huis gevorderd en een noodverpleeghuis voor bejaarden uit Den Haag en Katwijk, die moesten verdwijnen voor de bouw van de Atlantikwall. De heer Laan was al eerder gaan wonen in één van de dienstwoningen naast de watermolen. De kostbare bezittingen waren in het begin van de oorlog opgeslagen op de zolder en tussen de vloeren verstopt. Nu werden wastafels aangebracht, legplanken in de keuken en in de garage werd een ruimte afgescheiden voor een lijkenhuisje. Midden mei namen de bejaarden hun intrek. Op 19 september 1944 moesten ze verdwijnen, omdat de Duitse bezetter het huis opeiste. De verpleegden werden eerst ondergebracht in de gebouwen van slager Willem Dingeldein (nu transportbedrijf Oude Ophuis), later zijn ze naar Enschede gebracht.
Er kwamen ruim 150 Duitsers, die waren belast met de bevoorrading van de vliegbasis Twente, In de nacht van 1 op 2 april verdwenen ze. Daarna was het huis in gebruik als ‘kazerne’ voor een grote groep Canadezen. In augustus 1945 werd het huis nog niet vrij gegeven. Er waren plannen om hier evacués onder te brengen. Maar Laan was er veel aan gelegen om het huis weer in de staat te brengen van voor 1940. In september bereikte hem gelukkig het bericht dat voorlopig van verder gebruik werd afgezien.
Het kippenhok van Brooks Trui
Achter in het Borgbos aan een doodlopende weg ligt de boerderij van Brooks Trui. Bij het verzet bekend onder de naam ‘de Moôr in ’t bos’. Onderduikers vonden er onderdak en wapens werden er verborgen. Er was een commandopost van de plaatselijke verzetsgroep gevestigd. In een ruimte onder het ganzenhok werden de munitie en wapens verborgen. Een veilige plek, want de ganzen gingen wel tekeer als er onraad was. Onverschrokken wisten Trui en zoon Gerrit zoekende Duitse patrouilles te overtuigen dat er bij hen niks te halen viel.
De Borg
Ook de Borg van de heer W. J. van Wulfften Palthe werd in september 1944 gevorderd. De familie kon toen terecht in huize ‘Dinkellust’ van mejuffrouw Gelderman. Het huis is door de Duitsers nauwelijks gebruikt, er woonden slechts kort twee NSB gezinnen en later wat Blitzmädel. Na de bevrijding nam de leiding van het keurkorps van de Royal Gards hun intrek, hierbij was ook de latere hertog Jan van Luxemburg. De heer van Wulfften Palthe werd aangesteld als plaatsvervangend burgemeester tot de terugkeer van burgemeester van der Heijden. Het huis werd ingericht als radio commandopost en rondom het huis stonden overal tanks en rijen tenten, waartussen kampvuren en soldaten. ’s Nachts was het kamp rondom muisstil. De familie sliep onbevreesd, ‘in vrede als gelukzalige marmotten’.