Monument Opperveldsweg
50e Squadron – Royal Air Force
- Op 6 november 1940 is hier na een luchtgevecht neergestort een bommenwerper van de Royal Air Force – 50e Squadron RAF
- Locatie: Neergestort op op de Ageler es – Opperveldsweg
- Type: Handley Page Hampden – X2907
- Vertrokken op 5 november 1940 vanaf RAF Basis Lindholme
- Doel: olieraffinaderij te Maagdenburg
- Waarschijnlijk neergeschoten rond 05.00 uur door een Duits luchtafweergeschut
Alle vier bemanningsleden kwamen daarbij om het leven. Begraven op 11 november 1940 op de N.H. Begraafplaats te Ootmarsum.
- Pilot Officer Walker, Colin James Ray, piloot, RAF, 41759 – 25 jaar
- Sergeant Gowlan, Kenyon Stafford, co-piloot, RAF, 742817 – 20 jaar
- Sergeant Cole, Douglas Owen, marconist, boordschutter, RAF, 755025 – 20 jaar
- Sergeant Emm, Kenneth, boordschutter, RAF, 905343 – 23 jaar
Joosten, Johannes Andreas Joseph Antonius – verzet † 05-10-1942 te Leusden – 45 jaar
Johannes woonde met zijn vrouw aan de Almeloschestraat 276. Hij was notaris en wethouder in Ootmarsum. Wegens zijn openlijk verzet tegen de N.S.B. en zijn aandeel in het ontslag van de pro-Duitse burgemeester Jhr. Egon von Bönninghausen werd hij in januari 1942 – zogenaamd wegens het niet inleveren van koper en tin – gearresteerd en weggevoerd naar Kamp Amersfoort te Leusden.
Broek van den, Theodor † 09-04-1945 te Bentheim, Duitsland – 39 jaar
Voor de firma Hulsink moest hij vracht vervoeren naar Duitsland. Hierbij werd hij in de omgeving van Bentheim beschoten en dodelijk getroffen door jachtvliegtuigen van de RAF, die de kisten op de laadbak voor munitiekisten aanzagen. Vader van drie kinderen. Graf geruimd
Bruns, Everhardus Theodorus A. † 09-04-1945 te Bentheim, Duitsland – 32 jaar
Eef kwam uit Groot Agelo en behoorde kerkelijk tot de parochie Ootmarsum. Hij werkte in Engden, waar hij tijdens een schermutseling door een kogel werd getroffen. Herbegraven op ereveld Loenen.
Elders begraven
Piest, Hermannus Hendrik – militair † 12-08-1942 te Ritaba, Indië – 21 jaar
Begraven Nederlands ereveld Kembang Kuning te Surabaya. Zijn broer Henk als ‘Engelandvaarder’ piloot geworden bij de RAF. Hij overleefde de oorlog.
Koopman, Hermanus Antonius † 12-10-1944 te Osnabrück, Duitsland – 35 jaar
Herman woonde in Oud-Ootmarsum en behoorde kerkelijk tot de parochie Ootmarsum. Hij smokkelde twee kilo suiker bij Mander over de Duitse grens en werd daarbij aangehouden. Hij werd voor berechting overgebracht naar de gevangenis in Osnabrück, waar hij dodelijk verongelukte bij een bombardement. Vader van twee kinderen. Hij werd begraven op de Heger Friedhof te Osnabrück.
Kuiper, Kornelis Jan – verzet † 10-04-1945 te Oranienburg, Duitsland – 36 jaar
Hij woonde met zijn vrouw sinds november 1942 op het ‘Heidehofje’ te Klein Agelo. Hij was arts en kwam na een verblijf in meerdere kampen in een het concentratiekamp Sachsenhausen. Hij is in het bijkamp Klinkerwerk omgekomen na een geallieerd bombardement.
Jonge de, Jan † 22-05-1945 te Oldenzaal – 43 jaar
Jan was sinds 1936 marechaussee in Ootmarsum. Hij raakte zwaar gewond toen hij, in de omgeving van het vliegveld Twente, op zijn motor werd aangereden door een legerauto. Hij werd naar het hospitaal op het vliegveld gebracht, waar hij kort daarna overleed. Vader van twee kinderen. Begraven in Enschede.
Verzet familie Wortelboer
Het gezin Wortelboer woonde met hun zeven kinderen aan de Almelosestraat 19 te Ootmarsum. Vader was hier huisarts van 1921 tot aan zijn overlijden in 1956. De familie Wortelboer zat in het verzet. Ben en Rudolf werkten in een fabriek te Nordhorn. Hier waren ook gevangengenomen geallieerde vliegeniers tewerkgesteld. Verschillende piloten zijn door Ben en Rudolf meegesmokkeld naar huis. Ze kregen een onderduikadres in de omgeving, kregen kleding en werden op weg naar bevrijd gebied geholpen.
Vader en zoons werden door verraad op 10 februari 1944 door N.S.B.’ers opgepakt en opgesloten in de gevangenis van de marechausseekazerne. Ze werden de volgende dag naar de gevangenis in Scheveningen gebracht. Ben werd na drie maanden vrijgelaten. Vader en Rudolf kwamen via Kamp Vught in Duitsland terecht. Rudolf bezweek in het concentratiekamp Neuengamme. Zijn vader overleefde meerdere concentratiekampen. Hij werd op 15 april 1945 uit het kamp Bergen-Belsen bevrijd. Eind mei 1945 kwam vader Wortelboer uitgemergeld terug naar Ootmarsum.
Wortelboer, Rudolphus Bernardus Gerhardus – verzet † 06-01-1945 te Neuengamme, Duitsland – 21 jaar
Zowel Rudolf (postuum) als zijn vader kregen voor hun diensten diverse onderscheidingen uit de Verenigde Staten, Engeland en Frankrijk onder andere het Franse ‘Croix de Guerre avec Palme’, evenals het Verzetsherdenkingskruis.
De Wortelboerstraat werd naar dokter Wortelboer vernoemd.
De marechausseekazerne aan de Almelosestraat is nu hotel ’t Wapen van Ootmarsum.
Oorlogsmonument Bergplein
In de nacht van 30 op 31 januari 1945 voltrok zich hier een drama. Twee bommen kwamen neer bij het Bergplein. Een aantal woningen tussen Oostwal en Bergstraat werd verwoest of zwaar beschadigd. Twee stadgenoten kwamen hierbij om, Johan Heupink en onderwijzeres Femke Davids. Enkele anderen raakten zwaar gewond.
Heupink, Johannes Gerardus Antonius † 31-01-1945 te Oldenzaal – 12 jaar
Davids, Femmetje Elisabeth † 30-01-1945 te Ootmarsum – 34 jaar
Beiden omgekomen bij het bombardement op het Bergplein.
Klooster en Radboudinternaat
Klein Seminarie van Apeldoorn in Ootmarsum. In het Radboudinternaat zaten van juli 1942 tot september 1944 de twee laagste klassen van het Klein Seminarie van Apeldoorn. Een deel van de kinderen uit het internaat werden toen in het klooster opgevangen. Daarna werd het ingenomen door Duitse militairen. Na de bevrijding was het nog gedeeltelijk in gebruik als Canadees hospitaal tot juli 1945.
Salemink, Leo Augustinus † 01-04-1945 te Keijenborg – 15 jaar
Priesterstudent, tijdens een bezoek bij zijn ouders, evenals zijn zus, omgekomen bij een explosie. Begraven in Doetinchem.
Langer, Sinaida Leopoldovna † 09-08-1942 te Auschwitz – 10 jaar
Verbleef van juni 1941 tot mei 1942 in het internaat. Holocaustslachtoffer evenals haar ouders.
Klooster Maria ad Fondes
Radboudinternaat, scholen, PTT gebouw en hotel Tubantia werden in september 1944 ingenomen door Duitse militairen. Vanaf oktober tot 22 november 1944 werd de benedenverdieping van het klooster ingenomen als Duits hospitaal, en daarna door andere Duitse instanties. Eind februari 1945 kwam het bevel dat het gehele klooster binnen drie dagen moest worden verlaten. De zusters werden in Tilligte en de kinderen in Reutum opgevangen. Na de bevrijding was er korte tijd een opvang van gerepatrieerde dwangarbeiders. Daarna was het in gebruik als Canadees militair hospitaal tot juli 1945 en als retraitehuis voor Canadese militairen tot november1945.
Canadees Militair Hospitaal in het klooster
Na de bevrijding van Ootmarsum op 4 april 1945 werd in het klooster Maria ad Fontes door de Canadezen een militair hospitaal ingericht. In dit hospitaal zijn zeven Canadese, drie Engelse, één Poolse, één Belgische en één onbekende Britse of Amerikaanse militair overleden en tijdelijk op de Kuiperberg te Ootmarsum begraven. Eén Canadees lag begraven in de berm aan de Oostwal te Ootmarsum.
De Canadese militairen Boucha, Camolese, Fallon, Ferguson, Hodder, MacLaren, McMillan, Warpula en de onbekende militair zijn op 10 april 1946 overgebracht naar de Canadese Begraafplaats te Holten. De drie Engelse militairen Anderson, Bannon, en Dye, de Poolse militair Lampert en de Belgische militair Devignez zijn in maart 1947 overgebracht naar de Algemene Begraafplaats Jonkerbos te Nijmegen. Canadees Militair Hospitaal
Ook zijn hier drie zwaargewonde burgerslachtoffers van elders overleden, te weten Harm Smit uit Vlagtwedde en Pleuntje Wesselius uit Wonseradeel. Haar broer Lieuwe werd doorgestuurd naar Nijmegen waar hij alsnog overleed.
En er zijn hier vier gewonde Duitse militairen overleden. Zij zijn tijdelijk begraven op de Kuiperberg en in 1947 overgebracht naar de Duitse Oorlogsbegraafplaats Ysselsteyn in Limburg.
Joods monument aan de Kloosterstraat
Links nieuw Joods monument sinds april 2016. Nadat de oude kloostermuur werd afgebroken, zijn de stenen rechts hierin verwerkt, in het middel de oprichtingssteen van de synagoge. Op de onderste steen wordt vermeld dat op deze plek de Joodse synagoge van Ootmarsum heeft gestaan. Op de bovenste steen staan de namen van de negen Joodse inwoners die op 30 maart 1943 naar Westerbork werden gevoerd, niemand keerde terug.
Stolpersteine
In Ootmarsum zijn 11 Stolpersteine gelegd, 10 voor hen die zijn omgekomen en 1 voor Siegmond ten Brink die de oorlog heeft overleefd.
- Mauritz ten Brink † 09-04-1943 te Sobibor – 71 jaar
- Frederike ten Brink † 09-04-1943 te Sobibor – 35 jaar
- Siegmund ten Brink – heeft de oorlog overleefd
- Nathan Dusseldorp † 09-04-1943 te Sobibor – 37 jaar
- Beatrice Dusseldorp-de Jong † 09-04-1943 te Sobibor – 33 jaar
- Abraham Jules Dusseldorp † 09-04-1943 te Sobibor – 12 jaar
- John Dusseldorp † 09-04-1943 te Sobibor – 6 jaar
- Jeannette Heertje-Sanders, moeder van Beatrice † 09-04-1943 Sobibor – 68 jaar
- Bertha Roozendaal-Eichenwald † 09-04-1943 te Sobibor – 63 jaar
- Jenny Roozendaal † 09-04-1943 te Sobibor – 34 jaar
- Ernst Roozendaal † 25-01-1943 te Auschwitz – 35 jaar
Sieg besloot op tijd om onder te duiken. Hij zat op meerdere onderduikadressen, onder andere in Hezingen en bij Reinders in Mander. Toen de oorlog was afgelopen, kon Sieg weer tevoorschijn komen. Hij werd door de inwoners van Ootmarsum met gejuich begroet. Sieg was de enige Joodse inwoner van Ootmarsum die de oorlog overleefde. Hij, zijn latere vrouw Martha en zoon Harry waren ook de laatste Joodse bewoners van Ootmarsum. Sieg overleed in 1964 in Ootmarsum.
Menco monument Kuiperberg
Het gezin woonde in Almelo en zat met vier van de zes kinderen ondergedoken bij de familie Evers ‘de Paus’ te Hezingen. Ze werden verraden, waarna ze op 6 oktober 1944 werden gearresteerd en opgesloten in de gevangenis van de Marechausseekazerne. Maurits en zijn zoons Simon, Salomon en Nico werden de volgende morgen door een Duits vuurpeloton aan de voet van de Kuiperberg om het leven gebracht. Zijn vrouw Sophia Nathans en dochter Estella Rosetta zijn mogelijk naar het concentratiekamp te Uelzen nabij Hamburg op transport gesteld, waarna men nooit meer iets van hen heeft vernomen. familie-menco-maurits
- Maurits Menco † 07-10-1944 bij Ootmarsum – 49 jaar
- Simon Nathan Menco † 07-10-1944 bij Ootmarsum – 18 jaar
- Salomon Elias Menco † 07-10-1944 bij Ootmarsum – 18 jaar
- Nico Menco † 07-10-1944 bij Ootmarsum – 17 jaar
- Sophia Menco-Nathans † na 07-10-1944
- Estella Rosetta Menco † na 07-10-1944
PTT vakantieoord De Kuiperberg
In 1944 in gebruik bij Duitse soldaten, na de bevrijding opgevolgd door Engelse soldaten. Vervolgens werden hier gerepatrieerde dwangarbeiders ondergebracht. Het pand was uitermate geschikt om de teruggekeerden in quarantaine te houden, vanwege het besmettingsgevaar. Later werden er ondervoede kinderen uit West-Nederland ondergebracht. Enkelen jaren na de oorlog werd het dan het geplande PTT-vakantieoord.
Verzet op boerderij Paus (Evers) – Pausweg 7 te Hezingen
Naarmate de oorlog vorderde wisten steeds meer onderduikers de veilige haven bij Evers, ook wel ‘De Paus’ genoemd, te vinden. De toeloop was groot maar voor de familie Evers was dat geen probleem, ‘mensen in nood dienen geholpen te worden!’. Er waren tijden dat zich in en om de boerderij op nauwelijks twee kilometer afstand van de Duitse grens wel 20 onderduikers tegelijk schuilhielden. Geallieerde vliegeniers, verzetsmensen, Joden en mensen die zich aan de ‘Arbeitseinsatz’ in Duitsland wilden onttrekken. Behalve als onderduikadres diende de boerderij ook als uitvalsbasis voor de vele wapendroppings die in de omgeving plaats vonden.
Op 6 oktober 1944 vond er onder leiding van een beruchte landwachter uit Ootmarsum een inval plaats. Hierbij wisten enkelen te ontkomen en werden meerdere mensen gearresteerd. De reeds eerder genoemde familie Menco, de verzetsman en controleur afwerpterreinen Geert Schoonman en de broers Bernard en Jan Evers. Jan Evers werd opgesloten in de kelder van het gemeentehuis te Oldenzaal, waaruit hij kon worden bevrijd. Geert Schoonman en Bernard Evers waren bij de schietpartij tijdens de arrestatie gewond geraakt en kwamen in het ziekenhuis te Oldenzaal terecht. Er werd nog een poging gedaan hen te bevrijden, maar die mislukte. Een dag later werden ze naar het vliegveld Twente gebracht, waar ze werden gefusilleerd. Pas in oktober 1947 werden hun stoffelijke resten daar gevonden.
- Schoonman, Geert – verzet † 12-10-1944 te Weerselo (gemeente) – 27 jaar
- Evers, Bernardus Johannes – verzet † 12-10-1944 te Enschede – 32 jaar
massa-executies-op-vliegveld-twente
http://www.blondepiet.nl/dood-van-geert-schoonman/
Het hoofdkwartier en het Jedburgh Team waren na de overval op huize Lidwina in Zenderen korte tijd – van 24 september tot 12 oktober 1944 – op boerderij ‘de Pan’ te Saasveld ondergebracht. Doordat er steeds mensen langskwamen, viel de boerderij te veel op. Dat was extra gevaarlijk omdat de boerderij ook onderduikers verborg. Het hoofdkwartier werd verplaatst naar boerderij ‘de Koerdam’ te Enter. Een op 6 oktober gepland vertrek naar ‘boerderij Paus’ in Hezingen werd afgebroken, omdat daar net een overval had plaatsgevonden.
Monument Jedburgh-team – Brandtorenweg te Hezingen
Op deze plek werden in de Tweede Wereldoorlog door de geallieerden twee wapendroppings uitgevoerd. De wapens waren bestemd voor de plaatselijke verzetsgroepen. De eerste afwerpoperatie vond hier plaats op 1 oktober 1944. De volgende avond vond omstreeks 21.30 uur opnieuw een dropping plaats. Ditmaal kwamen 24 containers naar beneden. Zo ontving het verzet op deze locatie honderden mitrailleurs en handgranaten en 130 kilo aan springstof. De voorbereiding van deze droppings was in handen van een in Engeland opgeleid commandoteam dat sinds september 1944 in Twente actief was. Dit zogeheten ‘Jedburgh-team’ had tot taak het lokale verzet te ondersteunen door middel van wapendroppings en militaire instructies. Kort na aankomst in bezet Nederland gaf het Jedburgh-team de locatie van dit terrein door aan het geallieerde hoofdkwartier in Engeland. Na goedkeuring van de opgegeven afwerplocatie kreeg deze een eigen codenaam en een specifieke slagzin toegekend. Wanneer deze zin via de Britse radiozender BBC werd omgeroepen, wist het plaatselijke verzet dat er die avond een dropping zou plaats vinden. De verzetsgroep die hier de ladingen opving, bestond voornamelijk uit mannen uit de directe omgeving. Het gedropte materiaal werd door hen ondergebracht bij boerderij Evers. Een deel van de wapens viel helaas enkele dagen later bij een overval in Duitse handen. Daarbij werden enkele verzetsleden opgepakt en later gefusilleerd. Het overige deel van de wapens bereikte het hoofdkwartier van het Twentse verzet, dat zich op dat moment bij erve ‘de Pan’ in Saasveld bevond. Met de hier afgeworpen wapens kon het Twentse verzet een verdienstelijke bijdrage leveren aan de bevrijding van deze landstreek.
- Brinkgreve, Hendrik majoor – Jedburghteam † 05-03-1945 te Losser – 29 jaar
- Austin, John Patrick Standidge – Jedburghteam † 04-04-1945 te Hattem – 22 jaar
Crash bij de Laagse Paal
- 57e Squadron – Royal (Canadian) Air Force
- Vickers Wellington III – Z1650
- Doel Hamburg
- Vertrokken op 28 juli 1942 vanaf RAF Basis Felton
- Neergestort op 29 juli 1942 bij de grens aan de Goudkampsweg, Hezingen/Tubbergen(tussen ten Dam/Hooboer en Bonke)
In de nacht van 28 op 29 juli 1942 viel na een hevig luchtgevecht een Vicking Wellington op de grens van Nederland-Duitsland. Het stuk grond waarop het gebeurde ligt bij grenspaal 73 aan de Goudkampsweg te Ootmarsum (gemeente Tubbergen). De machine boorde zich diep in de grond. De zes bemanningsleden werden zwaar verminkt in en om het wrak gevonden.
Ze werden bergraven te Lingen. Na de oorlog werden ze overgebracht naar het Riechswald Forest War Cemetery te Kleve.
- Flight Lieutenant Dean, Josiah Arthur, piloot, RAF – 110570, 31 jaar
- Sergeant Fricker, William, co-piloot, RAF – 657403, 27 jaar
- Flight sergeant Daniels, Arthur, marconist/boordschutter, RCAF – R/58211, 20 jaar
- Flight sergeant Dempsey, Philip Damon, marconist/boordschutter, RCAF – R/71782, 22 jaar
- Flight Sergeant Freysteinson, Harry Theodore Franklin, marconist/boordschutter, RCAF – R/70881, 20 jaar
- Flight sergeant Smith, James Edgar, navigator, RCAF – R/74480, 20 jaar
Verdere bommen op en rond Ootmarsum
In de nacht van 9 op 10 juli 1943 vonden er meerdere luchtgevechten plaats boven Twente. Werd een geallieerd vliegtuig geraakt, dan probeerde men zich zo snel mogelijk van de bommenlast te ontdoen. Dit was die nacht ook boven Ootmarsum het geval. Kort na middernacht kwamen er bommen neer bij Huusken aan de Denekamperstraat 60 en bij Pikkemaat aan de Dusinkweg 1. De boerderij van Huusken vloog hierbij in brand, het gezin kon zich gelukkig op tijd redden. Bij Pikkemaat vlogen alle pannen van het dak en er was geen ruit meer heel. In de wei op 70 meter van het huis werden tien koeien gedood en verbrandde de schuur. Gelukkig deden zich ook hier geen persoonlijke ongelukken voor.
Radarstation aan de Steenmatenweg
De Steenmatenweg gaat hier over in een zandweg die na de oorlog Knuppelweg werd genoemd richting natuurreservaat. De Steenmatenweg was toen nog een zandweg. Deze werd door de Duitsers verhard met dennenstammetjes en daaroverheen kwam kolengruis, vandaar de bijnaam Knuppelweg. Links in het weiland stonden de barakken en bunkers, rechts stonden de zoeklichten en de radarinstallatie. Nadat de Duitsers ons land bezet hadden, zorgden ze ervoor dat vlak voor hun eigen grens diverse punten kwamen waar ze geallieerde vliegtuigen konden opsporen die richting Duitsland vlogen. Om de 40 km bouwden ze een radarstation van Frankrijk tot in Denemarken. De eerste was vrij simpel en werd aan de Dusinkweg dicht bij de Denekamperstraat gebouwd.
Omdat men deze locatie toch niet zo geschikt vond, werd in 1942 begonnen met de bouw van een belangrijk radarstation aan de Steenmatenweg, dat men in de loop der jaren steeds meer uitbreidde. Vanaf 1942 tot 1943 werkte deze methode met veel succes voor de Duitsers. Nadeel was dat je maar één vliegtuig tegelijk kon volgen. Vanaf de zomer van 1943 gebruikten de geallieerden een simpele methode om de Duitsers te misleiden d.m.v. smalle strookjes zilverpapier. Elk strookje verscheen als een stip op het radarscherm, zodat het onmogelijk was uit te zoeken welke stip nu bij het vliegtuig hoorde. Toch zijn ze tot het eind van de oorlog paraat gebleven en hebben de geallieerden deze goed verborgen plaats van de basis nooit ontdekt. Toen Ootmarsum werd bevrijd, was het grootste gedeelte van het kamp al door de Duitsers ontmanteld. Er restten slechts enkele barakken, een hoge toren en de bunkers. De bunkers zijn tot 1984 blijven staan, nu is er niets meer te zien.
Ondergedoken bij Bruns in Groot Agelo – Nijenkampsweg 7
Johan Langkamp dook in 1944 samen met enkele andere verzetsmensen onder bij de familie Bruns in Groot Agelo. Hij was monteur bij de IJsselcentrale en lid van de Zwolse verzetsgroep ‘De Groene’. Hij kwam in contact met de familie Bruns in Groot Agelo toen deze een kabel moesten aanleggen – en zo lang mogelijk saboteerden – voor de grote mast in Groot Agelo. Hij verliet dit adres om dichter bij zijn vrouw en drie zoons in Zwolle een ander adres te zoeken. Hij werd al vrij snel gearresteerd en samen met anderen naar de gevangenis in Almelo gebracht. De volgende ochtend werd de groep in twee vrachtauto’s geladen. Aan de Almelosestraat te Wierden stopten de wagens, tien mannen moesten uitstappen en werden onder het oog van de tien overgebleven mannen uit Zwolle gefusilleerd. Bij de ‘Grimberg’ aan de Rijssensestraat werd opnieuw gestopt, daar werden de overige tien gevangenen, waaronder ook Johan, na een kort commando door de S.D.’ers doodgeschoten.
Langkamp, Johan – verzet † 29-03-1945 te Wierden – 37 jaar
Vader van drie kinderen. Begraven in Zwolle.
Crash Focke Wulf – Groot Agelo
Op 4 januari 1945 crashte er aan de Nijenkampsweg in natuurgebied het Asbroek een Duitse Focke Wulf. De krater was nog lang zichtbaar. Verdere details zijn niet bekend.