- Geboren 19-01-1851 te Denekamp.
- Overleden 06-04-1943 te Westerbork – 92 jaar.
- D.v. Daniel Samuel ten Brink, koopman, en Rosina Uitdrager.
- Weduwe van Samson Cohen, koopman.
Carolina woonde met haar ongehuwde dochters Rosina en Rika aan de Noordwal 3 te Oldenzaal. Ze zat in een rolstoel.
Ze werd geboren in een gezin met elf kinderen, waarvan er enkele jong overleden. Haar vader was meerdere keren gehuwd. Haar moeder overleed in 1881 en haar vader in 1891 te Denekamp. Ze trouwde in 1879 met Samson Cohen. Samen kregen ze zeven kinderen. Haar man overleed in 1918.
Ze werd tijdens een razzia in Enschede opgepakt, samen met baby Theodora Heertje, kleinkind van haar in 1936 overleden zoon George. Carolina kwam samen met dochter Rika op 29 maart 1943 in kamp Westerbork terecht, ze is daar een week later overleden. Ze werd na drie dagen gecremeerd, de urn werd na de oorlog bijgezet op de Joodse Begraafplaats te Diemen, veld U, rij 4 nr. 13.
Dochter Rika ging op 27 april op transport naar het concentratiekamp Sobibor, waar ze kort na aankomst werd omgebracht. Dochter Rosina kwam al op 18 november 1942 in kamp Westerbork. Ze ging op 24 november op transport naar kamp Auschwitz, waar ze kort daarna werd omgebracht.
Holocaustslachtoffer, evenals haar kinderen Rosina, Lisette, Daniel, Rika, Estella en Bertha met grotendeels hun gezinnen. Slechts één kleinkind heeft de oorlog overleefd. Haar zoon George was in 1936 overleden, zijn kleindochter Theodora Heertje is omgebracht, evenals haar ouders. Zijn vrouw Theodora Roozendaal, een zus van Johanna Roozendaal-Roozendaal, en zijn jongste dochter Carolina hebben de oorlog overleefd. Haar broers Hartog, Izaäk, Mozes en Benjamin ten Brink waren al voor de oorlog overleden. Hun gezinnen hebben de oorlog niet overleefd.
Joods monument en Stolpersteine te Oldenzaal.