Enige jaren geleden werd ik in Berlijn geconfronteerd met Stolpersteine; kleine gedenksteentjes met een metalen bovenkant. Ze zijn voorzien van de naam, geboortedatum, sterfdatum en de plek van overlijden van oorlogsslachtoffers. De Stolpersteine bevinden zich op de plek waar het voormalige woonhuis van deze persoon stond. Één steentje, één mens! “Pas als je naam vergeten is, ben je vergeten”. Om hen niet te vergeten staan hun namen geschreven.
Vanwege de eenvoud maakten deze stenen veel indruk op me. Je “struikelt” er als het ware over. En even word je weer geconfronteerd met het feit dat velen hun leven hebben moeten laten vanwege hun geloof, slachtoffer werden van vervolging en moord.
Stolpersteine in Dinkelland. Dat werd het doel. Al snel waren er drie anderen gevonden die ook graag wilden meewerken aan het realiseren van het Stolpersteineproject. In september 2013 zaten we als werkgroep voor het eerst om tafel. De werkgroep bestaat uit Agnes ten Dam, Carla Severijn, Hans Bolscher en Angelin Morsink.
Uiteindelijk heeft het geduurd tot 28 oktober 2015 eer de eerste Stolpersteine in Dinkelland werden geplaatst. 67 Namen, 67 Stolpersteine zullen er uiteindelijk in Denekamp (57) en Ootmarsum (10) komen te liggen. Hopelijk kunnen de laatste stenen eind 2016 worden geplaatst.
De eerste 55 stenen zijn in 1997 door de kunstenaar Gunter Demnig gelegd in de Berlijnse wijk Kreuzberg; in 2015 waren er al meer dan 55.000 stenen. Stolpersteine, struikelstenen, niet om mensen letterlijk te laten struikelen, maar wel met hun hoofd en hart. Ze moeten de aandacht van de voorbijganger trekken en aanzetten tot nadenken en herinneren. Tegelijkertijd betekent het lezen van de tekst, waarvoor men het hoofd moet buigen, dat men een buiging maakt voor de slachtoffers. ‘De kunstenaar ziet de Stolpersteine als een decentraal monument: ‘Het zijn kleine monumenten, maar het wordt groot als je er duizenden van ziet’.
Bij de Stolpersteine krijgen alle slachtoffers een eigen monument; door het individuele opschrift is er erkenning voor hun individuele lot. ‘Een mens is pas vergeten als zijn of haar naam vergeten is’, is het motto van Gunter Demnig. Maar dat individuele lot is ook hun gedeelde lot, daarom symboliseert één steen tegelijkertijd de andere slachtoffers van het nationaal-socialisme waarvoor (nog) geen Stolpersteine gelegd zijn.
Gunter Demnig wil het abstracte weten over oorlogsslachtoffers concreet voelbaar maken. Hij wil de slachtoffers weer plaatsen in de buurt waar ze woonden, waar de kinderen op straat speelden en de volwassenen hun buurtpraatjes hielden en de buurtwinkels en kroegen bezochten. Ze stapten uit de deur van dit huis, keken hier uit het raam. Mensen leefden vreedzaam met elkaar en opeens waren sommige huizen leeg… Gunter Demnig brengt de herinnering aan hen terug naar hun woonplek.
Naast een teken uit het verleden zijn de steentjes ook een signaal voor de toekomst, ook om die reden voelt Gunter zich gedreven om door te gaan met zijn project. Het is opnieuw actueel om bepaalde groepen uit de samenleving tot zondebok te maken en vluchtelingen niet binnen te laten.
Namens de Werkgroep Stolpersteine Dinkelland
Angelin Morsink