- Geboren 06-04-1890 te Avereest.
- Overleden 27-09-1944 te Weerselo, gefusilleerd op vliegveld Twente – 54 jaar.
- Z.v. Karel Denneboom, veehandelaar, en Henriette Jette Weinberg.
- Gehuwd in 1925 met Felice Cohn.
Eduard woonde met zijn vrouw aan de Waldeckstraat 38 te Enschede. Hij was handelaar in afval. Hij woonde eerder met zijn vrouw in Wroclaw, Polen, waar hun drie kinderen werden geboren. Hij kwam zelf uit een gezin met zeven kinderen, waarvan er drie jong overleden. Zijn moeder stierf toen hij vier jaar oud was, zijn vader overleed in 1906.
Eduard zat sinds juni/juli 1943 ondergedoken bij de familie Smienk aan de Spinnersweg 16 te Hengelo. Al eerder waren hier Jeanette Meijers-Spier en haar man Jacob ondergedoken en na hem nog Herman van Coevorden.
Ze werden verraden en op 7 september 1944 bij een inval door de S.D. gearresteerd. Jacob Meijers kwam aangeschoten in het ziekenhuis, waaruit hij wist te ontsnappen. De anderen werden overgebracht naar het politiebureau in Hengelo. Op 27 september werden ze overgebracht naar de S.D. te Enschede. Dezelfde avond werden ze, samen met drie anderen, naar het vliegveld Twente gebracht. Hier werden ze ter plekke gefusilleerd en in een bomkrater begraven.
Pas drie jaar later in oktober 1947 werd zijn stoffelijk overschot – samen met dat van elf andere gefusilleerden – op aanwijzingen van de gevangen genomen S.D. chef Schöber bij de bunkers op het Weerselose gedeelte van het vliegveld gevonden.
Zijn vrouw kwam op 26 maart 1943 in kamp Westerbork. Ze ging op 18 mei op transport naar het concentratiekamp Sobibor, waar ze kort na aankomst werd omgebracht. Hun drie kinderen waren al eerder ondergedoken. Ze hadden afgesproken dat als ze werden opgehaald, degene die het dichtst bij de deur stond deze zou openen. De ander zou vluchten zodat er in ieder geval één ouder zou overblijven voor de kinderen. Toen zij werd opgepakt, gaf zij haar trouwring aan een Enschedese politieagent. De agent gaf vier jaar later de ring aan haar oudste zoon Karl, dit werd kort daarna de trouwring van diens vrouw Els.
Holocaustslachtoffer, evenals zijn vrouw, zijn zus Libertha met haar gezin en zijn zus Emma. Zijn kinderen Karl, Ruth en Ulrich hebben de oorlog overleefd, evenals zijn zus Sophia met haar gezin.
Begraven: Nederlands Israëlitische Begraafplaats te Enschede, vak A, rij 8 nr. 6.
Joods monument en Stolpersteine te Enschede.
Monument te Deurningen naast het vliegveld.
Nationaal Holocaust Namenmonument te Amsterdam.