U bent hier: Welkom » Personen » Oude Gemeente Weerselo » Onbekende man

Onbekende man

Zie de Tubantia van 4 mei 2023, deze site wordt vandaag na 12.00 uur aangepast!

Van deze onbekende onderduiker van het mannelijke geslacht is niet alleen de naam onbekend. Ook over de plek waar hij is opgepakt en de omstandigheden is momenteel niets bekend. Hij werd samen met Herman van Coevorden, Eduard Denneboom, Jeanette Meijers-Spier, Hedwig Wolff-Maschke en Rika van Zuiden-ten Brink op 27 september 1944 op vliegveld Twente gefusilleerd en begraven.

Pas drie jaar later in oktober 1947 werd zijn stoffelijk overschot – samen met dat van elf andere gefusilleerden – op aanwijzingen van de gevangengenomen S.D. chef Schöber bij de bunkers op het Weerselose gedeelte van het vliegveld gevonden. Hij kon niet worden geïdentificeerd.

Begraven: Gem. Begraafplaats Rusthof te Amersfoort, vak RO, rij 12 nr. 21

Monument te Deurningen naast het vliegveld.

Krantenbericht van 12 november 1947:  Inlichtingen verzocht over slachtoffer van de S.D.  Het hoofd van de PRA in het district Enschede bericht het volgende: In een massagraf op het vliegveld te Enschede is o.a. gevonden het lijk van een onbekend manspersoon, hetwelk aldaar omstreeks 27-9-’44 is begraven door de S.D. Signalement: De leeftijd is niet bij benadering op te geven. Lengte ca. 1,68 m., benen sterk behaard, hoofdhaar lichtblond, gekleed in lange grijze winterjas met rode blok, riem met benen gesp, donkergrijze colbertjas met lichtgrijs streepje, donkergrijze broek met lichtgrijs streepje, smalle leren riem met open gesp, bretels van elastiek met groene streep, kort interlockbroekje met wasnummer 981 of 186, wollen sokken waarvan de kleur niet is vast te stellen, lage zwarte schoenen maat 41-42 met veters, met leer verzoold, spiegelzool met stootplaat, hak verzoold met stootplaat. In de achterzak van de pantalon een lichtbruin scheerapparaat. Zeer waarschijnlijk betreft het hier een persoon, omstreeks bovengenoemde datum door de S.D. gearresteerd en kort daarop ter dood gebracht. Verzocht wordt mededelingen te verstrekken ten einde de P.R.A. de identiteit van deze man te doen vaststellen.

Bij de Bergings- en identificatiedienst zijn verder geen gegevens van hem, wel is de begraafplaats bekend.


In de aanname dat het hier mogelijk een Joods slachtoffer zou zijn, die met één van de anderen een onderduikadres zou delen, is er verder onderzoek gedaan in die richting.

In bijgevoegd dagrapport van de gemeentepolitie Hengelo van 7 september 1944 is sprake van vier gevangen genomen personen, waarvan Jacob Meijers, de man van Jeanette Meijers-Spier, gewond in het ziekenhuis werd opgenomen en daaruit heeft kunnen ontsnappen.

Mw. Denneboom, de schoondochter van slachtoffer Eduard Denneboom, wist nog de naam Smienk van het onderduikadres. Ook wist zij te vertellen dat er op weg naar de gevangenis (of vliegveld) een onderduiker uit Gelderland uit de rijdende auto is gesprongen. De familie Smienk had één dochter, waarmee mw. Denneboom nog langere tijd contact heeft gehad. Haar vader werkte bij het spoor.

Aan de Spinnersweg 16 woonden Gerrit Hendrik Smienk en Louiza Femia Langkamp. In 1915 werd hun dochter Dini (Berendina Johanna) geboren, zij trouwde in 1939 met Roel Brommer en is in 1987 overleden. Gerrit Hendrik Smienk was seinhuiswachter. Hij is in 1959 overleden.

Op de site van Oud Hengelo (Gld.) wordt er het volgende over geschreven, maar daar zijn wat vraagtekens bij te plaatsen: Jacob en Jeanette zaten samen met zijn zus Marianne en haar man Henri Meijers, Herman van Coevorden uit Rotterdam en Eduard Denneboom uit Enschede en nog een onbekende persoon, ondergedoken in een varkenskot op de boerderij van de familie Rupert aan de Spinnersweg tussen Hengelo en Borne. Jeanette Meijers-Spiers werd opgepakt en samen met Herman van Coevorden en Eduard Denneboom en de andere onbekende persoon gefusilleerd op vliegveld Twente in september 1944. Jacob Meijers overleefde de oorlog en hertrouwde in 1945 met de weduwe Clara Roet- van Leeuwen, wiens man Meijer Roet in 1943 in Auschwitz werd vermoord.  Jaap Meijers is in 1957 overleden.

De zoon van Marianne vertelde hierover: Oom Jacob heeft ook in Hengelo Overijssel ondergedoken gezeten. Ze zaten met een man of zeven, soms méér, in een varkenskot. Sommige onderduikers zaten daar zelfs een paar jaar. Ze konden de ruimte enkel via een klein luikje verlaten. Er moest altijd iemand ’s nachts wakker blijven om ratten weg te houden.


Het lijkt uiteindelijk geen Joodse onderduiker te zijn geweest.