- Geboren 16-08-1905 te Ootmarsum.
- Overleden 07-03-1964 te Ootmarsum.
- Z.v. Mauritz ten Brink, veehandelaar, en Elieze Neter.
- Gehuwd in 1947 met Bertha Cahn.
Siegmund was slager. Hij groeide op aan de Walstraat 153 te Ootmarsum.
Nadat in 1942 een begin werd gemaakt met het oproepen van Joden tussen de 41 en 60 jaar voor de werkverruimingskampen, werd in augustus 1942 ook zijn 70 jarige vader Mauritz ten Brink opgeroepen om zich te melden. Zoon Sieg besloot, nadat hij bij de eerste oproep met zijn 37 jaar nog niet in aanmerking kwam, een herziene oproep niet af te wachten en onder te duiken.
Hij verbleef op meerdere onderduikadressen, onder andere bij Evers ‘de Paus’ in Hezingen en Reinders in Mander. Toen de oorlog was afgelopen, kon Sieg weer tevoorschijn komen. Hij werd door de inwoners van Ootmarsum met gejuich begroet.
Zijn vader Mauritz, zus Frederike, broer David met zijn gezin en zus Henriëtte met haar man werden allen slachtoffers van de Holocaust.
Sieg keerde niet terug naar zijn leeggeroofde huis aan de Walstraat, maar kon intrekken bij slager Hendrik Steinmeijer aan de Kerkstraat 5. Samen trokken ze erop uit om vee aan te kopen en te verhandelen of te slachten.
Na zijn huwelijk in 1947 met Bertha Cahn uit Hengelo woonden ze aan het Kerkplein 20, waar in december 1948 hun zoon Harry werd geboren. Vanaf 1957 woonden ze aan de Cellenkampstraat 7. Hier overleed Sieg in 1964. Na zijn overlijden vertrok zijn vrouw in 1966 naar Hengelo en in 1982 naar haar zoon Harry in Amsterdam, waar zij in 1986 overleed.
Sieg was de enige Joodse inwoner van Ootmarsum, die de oorlog overleefde. Hij, zijn vrouw en zoon Harry waren ook de laatste Joodse bewoners van Ootmarsum.
Stolperstein te Ootmarsum.
De woning aan de Walstraat 153 (nu Walstraat 4) was in het bezit van Mauritz ten Brink. Na de ontneming werden deze woning en een slachtplaats met tuin aan de Achterom (later Kapelstraat) op 7 juni 1943 voor het gezamenlijke bedrag van 2.375 gulden verkocht aan A.H. Kip. Op dezelfde datum werd ook een tuin aan de Groote Maten voor het bedrag van 225 gulden verkocht aan H.W. Reinders en H.G.A. Heupink. In beide gevallen volgde rechtsherstel, waarna in 1955 door erfgenaam Siegmund ten Brink het huis aan de Walstraat voor 3.800 gulden werd verkocht aan de Coöperatieve Vereniging Ootmarsum. Het bezit aan de Kapelstraat ging in 1956 door ruiling naar de gemeente Ootmarsum. Siegmund kreeg daarvoor een perceel aan de Cellenkampstraat, bestaande uit een schuur met veestalling, erf en grond á 4,93 are. Hiervoor moest hij 2.254 gulden bijbetalen. Na het overlijden van Siegmund werden zijn huis aan de Cellenkampstraat en de tuin aan de Groote Maten in 1968 voor 35.000 gulden verkocht aan A.J. Heisterkamp, bierhandelaar en expediteur, uit Ootmarsum.