- Geboren 04-04-1901 te Vlaardingen.
- Overleden 31-03-1945 te Zwolle – 43 jaar.
- Z.v. Gerrit Sebel, visser, en Maria van Dorp.
- Gehuwd in 1935 met Willemina Mensink.
Willem woonde van oktober 1926 tot september 1927 als opperwachtmeester op A 249a (Marechaussekazerne) te Ootmarsum. Hier leerde hij een meisje van Corté kennen met wie hij zich eind maart 1928 verloofde, maar tot een huwelijk is het niet gekomen. Hij diende achtereenvolgens bij de Koninklijke Marechaussee in Loosduinen, Zwolle, Amsterdam en Apeldoorn. In 1934 werd hij benoemd tot rijksveldwachter in Hardenberg. Hij trouwde en werd vader van vijf kinderen. Na een conflict met de pro-Duitse burgemeester vertrok hij met zijn gezin naar Lutten.
Gedurende de bezettingsjaren sloot Willem zich aan bij een verzetsgroep en werd lid van L.O.-Overijssel. Hij vervulde onder andere koeriers- en berichtendiensten. Waar mogelijk waarschuwde hij Joodse landgenoten als hij vanwege zijn functie op de hoogte kwam van maatregelen tegen Joden en onderduikers. Een belangrijke taak was hulp aan neergeschoten geallieerde piloten, zoals het verzorgen, verbergen en doorsluizen teneinde hen naar bevrijd grondgebied te laten ontsnappen.
Vooruitlopend op de reorganisatie van de politie werden in december 1942 de gemeenteveldwachters op het platteland onder bevel gesteld van de Marechaussee. Sebel behoorde nu weer tot de marechaussee-brigade Hardenberg. Bij de reorganisatie van maart 1943 kreeg hij een aanstelling als opperwachtmeester der Staatspolitie met een indeling bij de Gendarmerie groep Hardenberg. Naast politiedienst vervulde de Marechaussee parketdienst. Sebel werd in juni 1943 overgeplaatst naar de Parketgroep Rotterdam. Hier werd hij opperwachtmeester der Parketwacht. In november 1943 ging een detachement van de Parketwacht naar Havelte, vallend onder de Parketgroep Assen. Sebel kreeg het commando en had zijn bureau in Wapserveen. De aanwezigheid van dit detachement had te maken met de fliegerhorst Havelte, waarvan de aanleg in november 1942 met gebruik van dwangarbeiders was begonnen. Maar voordat het vliegveld in gebruik kon worden genomen, werd het in september 1944 bij de operatie Market-Garden zwaar gebombardeerd.
Ook in Havelte werkte Sebel illegaal. Met een dienstauto en onder de dekmantel van de Parketwacht verrichtte hij koeriersdiensten voor de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) en het Nationaal Steunfonds (NSF) vaak op het traject Zwolle-Leeuwarden, en tevens naar Arnhem. Dit detachement werd na het bombardement opgeheven. Willem werd toen ingezet bij de Parketgroep Zwolle en kreeg een kamer in de marechaussee-kazerne aan de Meppelerstraatweg. Dankzij de medewerking van zijn groepscommandanten in Rotterdam en in Zwolle kon hij nu volledig illegaal werken. Na het uitroepen van de spoorwegstaking op 17 september vervoerde hij grote sommen geld voor de stakende spoorwegmensen in de noordelijke provincies. Bovendien bracht hij talrijke leden van vliegtuigbemanningen, neergekomen in de Noordoostpolder, van Kampen naar Zwolle.
Waarschijnlijk door verraad werd de top van zijn verzetsgroep tijdens een bespreking in het Dominicanenklooster te Zwolle op 5 maart 1945 door de Duitsers overvallen en gevangengenomen. Ze werden overgebracht naar het Huis van Bewaring in Zwolle. Als represaille voor een sabotageactie werden vijf mensen waaronder Sebel, die gekleed was in het uniform van de marechaussee, op 31-03-1945 uit de gevangenis gehaald, afgevoerd naar de Meppelerstraatweg en aldaar door een nekschot gefusilleerd. Nadat de lijken als afschrikwekkend voorbeeld een dag onder bewaking van een Nederlandse politieman op de plek moesten blijven liggen, kon het lichaam van Sebel de volgende dag op een bakfiets vanuit Zwolle naar Lutten worden vervoerd.
Begraven: N.H. Begraafplaats te Lutten, vak 4 nr. 18.
Postuum onderscheiden met het Verzetsherdenkingskruis.
Monument aan de Meppelerstraatweg te Zwolle.
Oorlogsmonument te Lutten en Hardenberg.
Provinciaal Verzetsmonument te Markelo.
